Een klein gebrek in of aan je product kan grote gevolgen hebben. Met name als dat foutje de oorzaak is van ernstig letsel bij de koper of gebruiker van jouw product. Hoe zit het precies met productaansprakelijkheid en wat kan je doen om het risico van claims te verkleinen?

Arjan Hendriksen sprak met collega Peter van Gisbergen, specialist op het gebied van aansprakelijkheid, rechtsbijstand en milieuschade. Hendriksen is manager risicobeheersing bij Interpolis.

Wanneer is er sprake van productaansprakelijkheid?

Als er schade is toegebracht door een onveilig product aan een persoon of aan een andere zaak dan het product zelf, kan de leverancier hiervoor aansprakelijk gesteld worden. Die onveiligheid kan ook bestaan uit een gebrekkige handleiding of het ontbreken van waarschuwingen.

Je zou denken dat alleen de producent aansprakelijk gesteld kan worden. Wanneer je echter goederen inkoopt van buiten de Europese Economische Ruimte (EER), of een eigen label hangt aan producten die je inkoopt binnen de EER, word je gezien als producent en ben je productaansprakelijk.

Als importeur moet je je aan bepaalde regels houden. Speelgoed bijvoorbeeld mag alleen geïmporteerd worden als het voorzien is van een CE-markering. Dan weet je zeker dat het voldoet aan de eisen van de Europese wetgeving. Meer risicovolle producten, zoals huishoudelijke apparaten, moeten een KEMA-keurmerk hebben.

Productaansprakelijkheid kan je op geen enkele manier uitsluiten. Wel kan je hierover met toeleveranciers afspraken maken. Kijk daarom altijd goed naar leveringsvoorwaarden en je eigen inkoopvoorwaarden.

Als de producent onbekend is, wordt elke leverancier als producent beschouwd. In dit geval kan je ook als detaillist worden aangesproken. Je kan als verkoper alleen aan aansprakelijkheid ontkomen, door degene die de schade heeft geleden te melden wie de producent is of wie het product aan jou heeft geleverd.

Kun je een paar voorbeelden geven van productaansprakelijkheid?

Aansprakelijkheid voor gezondheidsschade kan ontstaan wanneer een geneesmiddel onverwacht nadelige bijwerkingen heeft. Of wanneer een levensmiddel een voedselvergiftiging veroorzaakt.

Als een onderdeel van een fiets spontaan afbreekt waardoor de berijder valt en gewond raakt, is de leverancier eveneens aansprakelijk. Regelmatig hoor je dat er kinderspeelgoed uit de handel wordt gehaald, omdat er bijvoorbeeld kleine onderdelen loslaten waarin kinderen kunnen stikken.

Voor materiële schade kan ook productaansprakelijkheid gelden. Bijvoorbeeld als je vloerbedekking door een schoonmaakmiddel sterk verkleurt en de gebruiksaanwijzing daarvoor niet waarschuwt. De materiële schade moet dan wel minstens € 500,- zijn. En wat er beschadigd is, moet voor privédoeleinden zijn bestemd en ook hoofdzakelijk in de privésfeer zijn gebruikt.

Als je product niet goed is, ben je als ondernemer sowieso verplicht een vervangend product te leveren of de klant geld terug te geven. Dit heeft niets te maken met productaansprakelijkheid, maar valt onder de wettelijke garantie.

Geldt productaansprakelijkheid ook voor diensten?

Nee, een dienst is geen product. Een gebrekkige dienst kan dan ook geen aanleiding geven tot aansprakelijkheid op grond van de Wet Productaansprakelijkheid. Productaansprakelijkheid ontstaat alleen als de schade is veroorzaakt door een fysiek product. Volgens de wet zijn dat roerende zaken zoals auto’s, levensmiddelen, geneesmiddelen, gereedschappen en ladders.

Bestanddelen van roerende en onroerende zaken zoals auto-onderdelen of een verwarmingsinstallatie zijn ook een product. Hetzelfde geldt voor landbouwproducten die nog niet zijn bewerkt of verwerkt. Een onroerende zaak, zoals een huis, is geen product.

Hoe voorkom je schadeclaims?

Je kan een hoop doen aan preventie. Op de eerste plaats is dat natuurlijk ervoor zorgen dat je producten absoluut veilig zijn. Maar dat zal niet altijd en onder alle omstandigheden lukken. Veel producten zijn alleen bij een juist gebruik veilig. Denk maar aan een cirkelzaag of een gewoon keukenmes.

Besteed daarom veel zorg aan de tekst en de uitvoering van gebruiksaanwijzingen en breng waarschuwingen aan. Test gebruiksaanwijzingen en waarschuwingen zo nodig bij de doelgroep. Zorg ervoor dat de producten voldoen aan de wetgeving en normen. Overweeg het introduceren van kwaliteitszorg in de onderneming. Administreer de resultaten van keuringen en steekproeven. Leg vast door wie en wanneer welke onderdelen, grondstoffen en eindproducten zijn geleverd, en wanneer welke producten in de handel zijn gebracht.

Spreek met toeleveranciers af wie aanspreekbaar is als producten schade veroorzaken. Kijk in de leveringsvoorwaarden van je leveranciers hoe de aansprakelijkheid is geregeld. Ga na of het nodig en mogelijk is om de leveringsvoorwaarden te laten aanpassen. Laat de leveringsvoorwaarden juridisch toetsen.

Als je als leverancier wordt aangesproken omdat de benadeelde niet kan achterhalen wie de producent is, informeer het slachtoffer direct over de identiteit van de producent of degene van wie het product afkomstig is. Ga je exporteren, verdiep je dan in de aansprakelijkheidswetgeving ter plaatse. Zelfs binnen de EU zijn er grote verschillen.

Wil je meer weten? Kijk dan hier of stuur een e-mail naar [email protected].

Arjan Hendriksen is manager risicobeheersing bij Interpolis. In een reeks bijdragen laat hij bedrijven zien hoe ze doordacht kunnen omgaan met risico’s. Interpolis is partnerexpert van Z24.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl